Geplaatst op

Procesbegeleiding op het voortgezet speciaal onderwijs

Op het Pleysier college omarmen ze het Rijnlands denken als bestuurlijke filosofie. Het gaat daarbij om begrippen als verbinding, vertrouwen, vak­manschap en inspiratie. Het Rijnlands model is de naam die gebruikt wordt voor een systeem van maatschappelijke ordening. Het wordt meestal gebruikt als een alternatief voor het zogeheten Angelsaksisch model waarbij alle ruimte aan de krachten van de vrije markt wordt gelaten en de overheid zich zo veel mogelijk afzijdig houdt. Het Rijnlands model veronderstelt een samenwerkingsbereidheid. Horizontaal organiseren en het zorgvuldig inrichten van processen sluit daar heel goed bij aan. Daarom werd IMO-BVS gevraagd om een aantal processen in de verschillende scholen te helpen begeleiden.

Het realiseren van kritische veranderingen en vernieuwingen is een opgave, die een geheel eigen en uniek proces vragen. Het is een kunst dergelijke processen zo in te richten, dat de betrokken mensen enthousiast kunnen zijn en daarin succesvol kunnen opereren. De IMO-aanpak is een inspirerend en werkzaam avontuur, een reis met een bijzondere bestemming.


We zijn de reis gestart met een team van directeuren en een bestuurder. Er zijn natuurlijk veel processen die aandacht vragen, maar twee cruciale processen waar de scholen op uitvielen en de inspectie de vinger oplegde werden aangepakt. Door de vragen die daarin opkwamen goed te bevragen werd de opdracht voor ieder proces helder. De zeven bakens die Adriaan Bekman ontwikkelde zijn daarin behulpzaam. Eerst de vraag heel helder hebben en dan een voorstelling maken van het resultaat. Dat geeft richting aan het proces. Wie gaat het proces trekken? De proceseigenaar is enthousiast over het onderwerp en wil toewerken naar de verandering. De procesopdrachtgever houdt feeling met de ontwikkeling van het proces en steunt de proceseigenaar.


Door de vraag heel helder te hebben, ontstaat er enthousiasme bij het team van mensen die de proceseigenaar heeft uitgekozen om mee samen te werken. Er klinken soms kreten van verwondering en ook wordt er gezucht. “We weten het wel, maar wat is het lastig om echt door te vragen”.


Tussentijds bespreken we met elkaar de stand van zaken en komen dan vraagstukken tegen rondom het inrichten in de tijd, de facilitering van het proces en het tempo waarin gedacht wordt. De fasering van het proces is van belang. Zijn we oriënterend, onderzoekend, experimenterend of implementerend bezig? Wat is er in iedere fase nodig?


We zijn nu een heel eind op streek. Het vraagt om rust, tijd en overleg. De waan van de dag vraagt soms om een snelle oplossing. Dit soort processen vertragen het ritme. Het zorgt voor betrokkenheid, eigenaarschap en vooruitgang. Het sluit aan bij de wens tot verbinding, vertrouwen, vakmanschap en inspiratie. Op een gezamenlijke studiedag voor alle medewerkers waar we het werken in processen introduceerden, herkenden velen het belang, vielen kwartjes en waren er ontmoetingen die waardevol werden gevonden. Vragen stellen in plaats van oplossingen aandragen, bleef hangen.  Heel prettig om met een team van mensen te werken die de tijd willen nemen en open staan voor de veranderingen die langzaam maar zeker en stapje voor stapje plaats vinden. Grote verandering door kleine verbeteringen zou je kunnen zeggen.


Voor meer informatie kun je contact opnemen met Hans Passenier op h.passenier@bvs-schooladvies.nl en 06 – 52 00 39 75.