Geplaatst op

De wereld in sprookjes. (DD 17-4-2021)

En als ze niet gestorven zijn dan leven ze nu nog…Het is zo eenvoudig. Deze woorden gelden niet alleen voor sprookjespersonages, maar ook voor onze gewoontes. Sommige gewoontes mogen veranderen, of sterven, om in de beeldspraak te blijven. Ze verdwijnen in de tijd en staan steeds verder van onze huidige realiteit af.

 

We zijn bezig met een publicatie over de verruiming van de traditionele verstelstof in de vrijescholen. Ik kreeg tekst en producten van veel leraren uit onze scholen. Vondsten, suggesties en bespiegelingen. Mooi materiaal. Maar ook met veel lege plekken. Het wordt dus een groeipublicatie, waarvan de eerste opzet het einde nadert. Daarom vragen we jullie mee te denken. Wetend dat dit soort processen altijd synchroniciteit kent; er zijn meer mensen mee bezig. Er zijn meer initiatieven van ouders, vertelgroepen en leraren. Zoeken jullie mee?

 

Welke gewoontes in de vertelstof kunnen aanvulling gebruiken: 

  • de gewoonte om alleen vanuit traditionele westers perspectief onze verhalen te vertellen. We zoeken helden van kleur, tradities uit verschillende werelddelen. Hier lijkt onze oogst tot nu toe wat willekeurig. Het hele werelddeel Azië bijvoorbeeld is amper vertegenwoordigd. 
  • De gewoonte om voornamelijk vanuit klassieke stereotypering vrouwen en mannen te beschrijven, de rolverdeling te benaderen. Veelkleurigheid in vriendschappen, liefdes en gezinsstructuren, samenlevingsvormen, voorwaartse stoere meisjes en vrouwen, zachtaardige jongen en mannen; ze liggen voor het oprapen, maar het helpt leraren om er meer parate voorbeelden van te verzamelen. We zoeken daarom ook op dit gebied naar meer diversiteit van de helden in de bestaande vertelstof. Hier is de oogst voor klas 2 en 3 niet ruim. 
  • We zoeken voor beide blikrichtingen ook meer diversiteit in de kinderliteratuur. Voor bij het voorlezen of zelf lezen van de kinderen. En met name hier vind ik onze oogst tot nu toe karig, terwijl ik vermoed dat er meer hedendaags moois is uitgegeven.

 

En dan nog iets…Mij viel de afgelopen dagen de gewoonte op om alle tekst vanuit het mannelijk perspectief te benoemen, de leraar hij…het kind leert zijn gevoelens verwoorden…enz. Hoe gemakkelijk is het om het onzijdig of in meervoud te formuleren. Wat voor moeite eigenlijk? Waarom zou ik de kans op vanzelfsprekende herkenning voor iedere lezer niet vergroten? En dat is dan maar iets kleins.Daar ga ik mee beginnen.

 

Leentje en Vondevogel


‘Vondevogel en Leentje hielden veel van elkaar, zoveel, dat, als de één de ander niet zag, zij verdriet hadden.’ Grimm